Er was eens een herberg met een kok altijd de heerlijkste gerechten bereidde. Zijn vrouw serveerde de kostelijkheden, die met mooie letters op de menukaart stonden, op prachtige borden! Jarenlang ging het beiden voor de wind, totdat er
klanten afhaakten.
De kok en zijn vrouw maakten toen extra werk van het verfraaien van het interieur. Toch kwamen er weer minder klanten. Daarom besteedde het echtpaar extra tijd aan hun fraaie tuin en plantten er de mooiste bloemen. Het hielp niet; weer bleven klanten weg.
De herbergier hoorde toen over een wijze uil, die herbergen liet floreren. Waarom zou hij hem vragen? De borden waren nog altijd heerlijk en rijkelijk gevuld. Hadden ze ooit een klacht gehoord? Nee! Stug hield het echtpaar vast aan hun klantgerichte service. Toch werd het runnen van de herberg zwaarder en zwaarder. Tot hun grote spijt moesten ze zelfs het vrolijke hulpje ontslaan.
Juist toen zat op het terras de wijze uil! Maar de kok, die niet gewend was dat er in zijn keuken werd gekeken, wilde de uil niet spreken en stuurde hem zelfs weg. Later bleven zelfs de meest trouwe klanten weg. Het echtpaar besprak de terugloop. Zochten naar oorzaken, maar vonden die niet. Ook al had de uil veel kennis en ervaring, de kok weigerde hem te raadplegen. Waarom ook? De recepten, de smaak en service waren nog altijd van topniveau! De prijzen waren nauwelijks verhoogd. Toen, voor het eerst, kreeg hij een onzeker en hulpbehoevend gevoel!
Juist op dat moment vloog, op een fraaie herfstdag, de uil zijn herberg binnen. Na zoveel tegenslag wilde de kok hem wel ontvangen. Hij werd verrast door de grote ogen waarmee deze bezoeker alles bekeek en met toewijding eenvoudige vragen stelde. De kok vroeg zich af of deze uil kon helpen. In een boeiend gesprek dat volgde, deed de uil een aanbod. Hij garandeerde groei en bloei. De uil reikte enkele passende ideeën aan. En ja hoor, de kok werd enthousiast! Hij leerde nieuwe recepten en kooktechnieken. Er kwam een aangepaste menukaart. Klanten werden door zijn vrouw anders bediend, beter dan vroeger.
Al vrij snel rook men er de meest bijzondere etensgeuren. Een ware verrijking van de herberg! Binnen korte tijd was de herberg weer tot op de laatste stoel bezet. En het vrolijke hulpje? Hij mocht terugkomen en werkte enthousiaster dan ooit.`De herberg groeide uit tot een gerespecteerde eetgelegenheid. De herbergier, zijn vrouw, het hulpje en de bezoekers beleefden er alleen nog maar gelukkige tijden!